10 Fascinerende uitweidingen van de Freudiaanse theorie

10 Fascinerende uitweidingen van de Freudiaanse theorie (Gezondheid)

Sigmund Freud is een tegenstrijdig figuur. We eren hem als een innovatief genie en belachelijk maken hem voor zijn vele fouten. Freud formuleerde zijn theorie van psychoanalyse in de jaren 1890. Toen hij het echter gedurende zijn carrière ontwikkelde, veranderde hij vaak van gedachten of veranderde van richting. De geschiedenis van de freudiaanse theorie zit vol met uitweidingen verwijderd van de kerntheorieën, en velen zijn verbazingwekkend raar en absurd. Hier zijn 10 voorbeelden van enkele van de vreemdste en meest fascinerende uitweidingen van Freud.

Uitgelichte afbeelding via Wikimedia

10 Freud's Theory of Weaving


Freud's opvattingen over vrouwen zijn befaamd betuttelend en vrouwenhaat, hoewel hij pleitte voor het lidmaatschap van zijn beroep. Hij vond vrouwen meer emotioneel behoeftig, meer veeleisend van aandacht, meer vatbaar voor neurosen en hysterie, minder beïnvloed door het geweten, meer passief en meer narcistisch dan mannen. Sommige van de theorieën die hij heeft uitgevonden om deze persoonlijke waarnemingen te verklaren, lijken ons vandaag volkomen belachelijk. Freuds theorie over hoe het weven tot stand kwam, is een perfect voorbeeld.

Waarom waren vrouwen zo veeleisend van aandacht? Waarom investeerden ze zoveel tijd en moeite in hun uiterlijk? Volgens Freud was het een compensatie voor hun natuurlijke seksuele minderwaardigheid. Vrouwen werden geboren met een "genitale tekort" (ze hadden geen penis), dus uit angst om helemaal genegeerd te worden, moesten ze ervoor zorgen dat ze er mooi uitzagen en de hoofden van mannen veranderden. Deze natuurlijke inferioriteit, in combinatie met hun gebrek aan agressie, leidde ertoe dat ze weinig bijdroegen aan de opmars van de beschaving, behalve voor een vervelende uitzondering - vlechting en weven.

Waarom was dat zo? Vrouwen waren natuurlijk gemotiveerd om vlechtwerk en weefwerk uit te vinden vanwege schaamte. Voor de duidelijkheid, ze keken niet naar alle toffe dingen die mensen door de eeuwen heen hadden bedacht en schamen zich omdat ze historisch nutteloos waren geweest. Integendeel, hun onbewuste wens om hun schandelijke "castratie" te verbergen, zorgde ervoor dat ze hun eigen schaamhaar op een nieuw inventieve manier bekeken.

Volgens Freud leidde de schaamte die vrouwen voelden omdat ze niet over de juiste uitrusting beschikten ertoe dat ze probeerden hun schaamhaar samen te vlechten om hun gebrek beter te verbergen. Nadat ze de vlecht onder de knie hadden, begonnen vrouwen gemakkelijk de kunst van het weven uit te vinden. Natuurlijk hebben vrouwen in werkelijkheid veel belangrijke dingen bereikt en talloze opmerkelijke bijdragen geleverd. Helaas zijn veel van hun inspanningen weggelaten uit de officiële geschiedenisboeken dankzij het soort vrouwenhaat dat Freud als voorbeeld noemde.

9 Freud's Theorie van God

Foto via Wikimedia

Freuds ideeën over God waren zowel interessant als invloedrijk. De beroemde Joodse 'vader van de psychoanalyse' beweerde dat het joods-christelijke concept van God zijn oorsprong vond in een veel oudere, veel primitievere vaderfiguur. Deze griezelige, autoritaire uber-papa komt voort uit Freuds concept van de 'oerhorde'.

De oorspronkelijke horde was in wezen een oude clan uit het stenen tijdperk. Ze leefden onder een alfa-mannelijke leider die alle vrouwen voor zichzelf hield. Te bang om zijn tirannie te betwisten, bleef de horde in conflict met hun eigen onderdrukte seksuele en agressieve behoeften, levend in een staat van kinderlijke gehoorzaamheid en afhankelijkheid.

Soms echter zou de drang van de horde om te bevrijden een kritisch punt bereiken. Het groeide uit tot een collectieve wens om de betovering van de veronderstelde almacht van de leider te vernietigen. De zonen van de vader zouden kunnen breken en onafhankelijk worden door homoseksualiteit. Ze kunnen dan hun hernieuwde onafhankelijkheid bevestigen door terug te keren om de vader te doden en hem te kannibaliseren. Daarna zouden ze zich schuldig voelen, en het verlangen naar het comfort geboden door Daddy's bescherming zou terugkeren.

Deze almachtige vaderfiguur werd op een gegeven moment de abstracte entiteit die we God noemen. Het hele primitieve drama werd uiteindelijk geformaliseerd in een civiliserend systeem van geloof en aanbidding. Veel mensen veronderstellen nog steeds dat ze een vermoorde God vandaag kannibaliseren als ze deelnemen aan eucharistische ceremonies.

Het totemisme werd door Freud gezien als een tussenstap in dit proces van abstractie, waarbij de vaderfiguur vaak werd gereduceerd tot een enorme symbolische penis. Het onderliggende psychologische patroon blijft als een regressief onderdeel van de menselijke psychologie. Onze regressieve behoefte, mocht deze zich voordoen, wordt door de religie geregeld.

Freud beweerde dat mensen onder de invloed van religie zijn als kruipende, hulpeloze kinderen. Ze geloven in het geruststellende verhaal van een almachtige weldoener die hen macht belooft door middel van associatie, gerechtigheid, hulp en gemakkelijke antwoorden op de meest verbijsterende vragen van het bestaan. Als dit bekend klinkt, komt dat waarschijnlijk omdat je het hebt gehoord als een leidend argument voor atheïsme.


8 Freud's theorie van paranoia


Onredelijke paranoia is een vaak waargenomen symptoom bij geesteszieken. Freud had daar natuurlijk een ongebruikelijke theorie over. Om de een of andere reden zag hij paranoia als een projectie van een onbewust homoseksueel verlangen. (Zou hij een beetje geprojecteerd hebben?) Freud dacht ook dat paranoia een verdedigingsmechanisme kan zijn voor het beschermen van het gevoel van eigenwaarde, en dit is het enige aspect van zijn theorie van paranoia dat vandaag nog steeds serieus wordt genomen.

Latere psychoanalytici verwierpen over het algemeen Freuds oorspronkelijke theorie van paranoia en kwamen overeen dat de diep verborgen psychologische oorzaak geen projectie was van onderdrukte homoseksualiteit, maar eerder een projectie van onderdrukte kinderagressie. Deze theorie lijkt iets zinvoller te zijn, omdat de meeste paranoïde mensen paranoïde zijn over iemand of iets dat van plan is hen op de een of andere manier schade toe te brengen. Vanuit puur wetenschappelijk oogpunt is de oorzaak van paranoia echter nog steeds onduidelijk.

7 Freud's verleidingstheorie


In het begin van zijn carrière merkte Freud op dat veel van zijn vrouwelijke patiënten die leden aan 'hysterische neurosen', herinneringen aan vroeg seksueel misbruik en trauma hadden onderdrukt. In de meeste van deze gevallen zou de dader de eigen vader van de vrouw zijn. Artsen waren zich bewust van deze relatief veel voorkomende klacht bij vrouwelijke psychiatrische patiënten, maar in die dagen werden ze universeel afgewezen als perverse fantasieën van de kant van de patiënt. Freud begon echter de misbruikclaims serieus te nemen en luisterde naar wat ze te zeggen hadden. Hij schreef in zijn paper, "The Etiology of Hysteria":

Het is een feit dat deze patiënten deze verhalen nooit spontaan herhalen, en ze geven de arts nooit in de loop van een behandeling de volledige herinnering aan een scène van deze soort. Men slaagt er slechts in het psychische spoor van een vroegrijp seksueel gebeuren te ontwaken onder de meest energetische druk van de analytische procedure, en tegen een enorme weerstand. Bovendien moet de herinnering stukje bij beetje worden onttrokken, en terwijl het in hun bewustzijn wordt gewekt, worden ze de prooi voor een emotie die moeilijk te vervalsen is.

De misbruikclaims pasten niet in de patronen van fantasie of onwaarheid. Toen ze bovenkwamen, waren alle overweldigende, onderdrukte emoties die gepaard gingen met seksueel trauma uit de kindertijd aan hen gehecht. Freud raakte ervan overtuigd dat hij iets op het spoor was, maar hij wist dat het onderwerp taboe was en dat hij ook veel weerstand zou ondervinden van de medische gemeenschap. Niettemin gebruikte hij bij het schrijven van zijn krant sterke en directe woorden als 'verkrachting', 'mishandeling' en 'aanslag', naast het woord 'verleiding'. Er was geen twijfel aan wat hij toen bedoelde.

Na beraadslaging presenteerde Freud zijn bevindingen aan de Vereniging voor Psychiatrie en Neurologie in Wenen in 1896. Hij bracht de theorie in dat jaar ook in twee andere artikelen onder woorden. Zijn conclusies werden ijzig onthaald en de reactie van de samenleving op de presentatie van Freud werd opzettelijk buitengesloten van openbare registers. Freud werd verbannen. Bovendien was zijn eigen dochter, Anna, voorzichtig om verwijzingen naar de theorie te verbergen in de correspondenties van haar vader vele jaren later toen zij de uitvoerder van zijn nalatenschap werd. Nadat hij de zaak aan het licht had gebracht, trok Freud publiekelijk terug wat later bekend werd als zijn 'verleidingstheorie' in 1905:

Ik geloofde deze verhalen en veronderstelde daarom dat ik de wortels van de daaropvolgende neurose had ontdekt in deze ervaringen van seksuele verleiding in de kindertijd. [...] Als de lezer geneigd is om zijn hoofd te schudden naar mijn goedgelovigheid, kan ik hem niet helemaal de schuld geven. [...] Uiteindelijk moest ik erkennen dat deze verleidingscènes nooit hadden plaatsgevonden en dat het alleen maar fantasieën waren die mijn patiënten hadden verzonnen.

Tot op de dag van vandaag blijft de verleidingstheorie controversieel, waarbij verschillende wetenschappelijke argumenten worden aangevoerd waarom Freud het heeft verlaten en waarom hij zijn theorieën over de oorzaken van hysterie achteraf zo dramatisch heeft herzien.

6 Freud's 'Double Moses'-theorie


Aan het einde van zijn leven werd het felle atheïsme van Freud milder. Bij nader inzien zag Freud religie niet meer helemaal als iets dat aan zwakzinnige individuen werd toegewijd, maar eerder als iets dat de mensheid had toegestaan ​​op nieuwe manieren te denken en nieuwe resultaten te bereiken.

Freud begon ook in te zien dat religie waardevol was in termen van hoe het mensen aanmoedigde om meer introspectief te worden en de innerlijke wereld van de geest te verkennen. Hij ging zelfs zo ver om te verwijzen naar geloof in een abstracte godheid in plaats van zichtbare afgoden als 'een triomf van intellectualiteit over sensualiteit'. Freuds laatste boek, Mozes en het monotheïsme, zou op zijn beurt kunnen worden beschreven als een triomf van fantasierijke speculatie.

Freud speculeerde dat er twee afzonderlijke personen waren achter het verhaal van Mozes, en zij werden later samengevoegd in het enkele Oudtestamentische personage. De eerste persoon was een Egyptenaar die Mozes heette. De tweede was een naamloze Midianitische priester.

Freuds studie van sprookjes had hem doen geloven dat het bijbelverhaal was omgekeerd, omdat kinderen in sprookjes altijd beginnen met rijke ouders en vervolgens door arme kinderen worden geadopteerd voordat ze hun ware, nobele afkomst ontdekken. Daarom werd het kind Mozes, dat met zijn rieten mand over de Nijl voer, niet ontdekt en ingenomen door rijke Egyptenaren. Integendeel, de Egyptenaren lanceerden hem en de Israëlieten vonden hem en voedden hem op.

Mozes, aldus Freud, ging de heidense Israëlieten een vroege versie van hun monotheïstische religie onderwijzen. Freud geloofde dat het de Egyptenaren waren, niet de Joden, die de eerste mensen waren die tot het monotheïsme kwamen, en de vroege joodse religie van Mozes was vergelijkbaar met de cultus van de Egyptische zonnegod Aton. De joden hadden echter al snel een hekel aan de repressieve wetten die de nieuwerwetse godsdienst van Mozes hun oplegde, dus vermoordden ze hem.

Schuld over de moord veroorzaakte een psychologisch afweermechanisme dat Freud graag 'reactie-vorming' noemde. Hun ware bedoeling om Moses en zijn religie te vernietigen was psychologisch te oncomfortabel voor hen, dus lostten ze het ongemak op door iedereen, inclusief zichzelf, te overtuigen dat precies het tegenovergestelde was waar. Nadat ze het toneel van de misdaad hadden verlaten, vonden ze de Midianitische priester en lieten hem opnieuw strenge wetten aan hen opleggen en een monotheïstische religie herstellen.

5 Freud's theorie van inherente biseksualiteit


Iedereen heeft zowel actieve als passieve aspecten voor hun persoonlijkheid en gedrag. Freud dacht dat 'actieve' aspecten inherent mannelijk waren en 'passieve' aspecten als inherent vrouwelijk.Daarom volgde in Freuds geest dat, psychologisch gezien, iedereen een mix van mannelijke en vrouwelijke componenten moet zijn.

De meeste mensen van vandaag zijn het hiermee eens, maar we kunnen nu begrijpen dat het definiëren van geslacht niet zo eenvoudig is als het labelen van actieve eigenschappen mannelijke en passieve eigenschappen vrouwelijk. Niettemin concludeerde Freud dat iedereen inherent biseksueel moet zijn. Dit idee werd versterkt, zo niet bereikt, door de krachtige invloed van zijn eigenaardige vriend, Wilhelm Fliess.

Fliess was een specialist in oren, neus en keel, wiens brede interesses psychoanalyse omvatten. Hij werd Freuds beste vriend gedurende de meest productieve periode van Freud en Freud kaatste ideeën van Fliess af en omgekeerd. Net als Freud was Fliess zeer ambitieus en kon hij een aantal vrij wilde theorieën bedenken. Beiden waren het erover eens dat alle mensen aangeboren biseksueel waren. Hoewel Fliess een specialist in oor, neus en keel was, begon hij hysterische, depressieve en angstige patiënten te behandelen door zijn eigen rare fusie van psychoanalyse en neusbehandeling toe te passen.

Fliess was bezorgd over de problemen van menselijke seksualiteit in het algemeen. Hij geloofde ook dat veranderingen in de neus direct gerelateerd waren aan de geslachtsdelen (zijn "nasale reflex theorie") en dat dit vooral waarneembaar was in menstruerende vrouwen. Hij behandelde zijn eigen neurotische patiënten met cocaïne snuifde door de neusgangen, of hij dichtschroeide hun neuspassages om buitensporige menstruatie te stoppen. Hij ging zelfs zo ver dat hij turbinate botten operatief verwijderde. Omdat veranderingen in de neus echter waarneembaar waren bij beide geslachten, was dat volgens Fliess slechts 'consistent met onze biseksuele constitutie'.

Freud en Fliess kregen uiteindelijk ruzie toen Fliess begon te benadrukken dat Freud zijn ideeën over aangeboren biseksualiteit had gestolen, die hij Freud had toevertrouwd maar die hij nog niet volledig had gepubliceerd. Enige tijd nadat hun relatie was geëindigd, legde Freud in een brief aan een andere vriend uit dat de invloed van Fliess op hem een ​​uiting was van Freuds eigen latente homoseksuele verlangen, dat hij uiteindelijk, en manlijk, had weten te overwinnen, in tegenstelling tot paranoïde mensen. Interessant is dat Freud later een soortgelijk probleem tegenkwam in zijn relatie met Carl Jung.

4 Freud's Theory Of The Death Drive


Iemand met een "doodswens" wordt gezegd dat hij vatbaar is voor gewoonten en situaties die hun leven in gevaar kunnen brengen. Het idee van de 'doodswens' wordt vandaag de dag algemeen aanvaard als een legitiem psychologisch complex, maar Freud wilde iets anders dan zijn theorie van een 'doodsdrang'.

Wat Freud oorspronkelijk bedoelde, is beladen met misverstanden. Dit komt voornamelijk door verkeerde vertalingen van Duits naar Engels en omdat Freud zelf jarenlang verward was met zijn ontwikkeling van het idee. Hij greep ook naar rietjes om dit te ondersteunen en wilde afstand nemen van het feit dat de pessimistische Duitse filosoof Schopenhauer enkele decennia vóór hem een ​​opmerkelijk vergelijkbare theorie had bedacht.

Freud, die zijn theorie van het 'plezierprincipe' (de positieve drive of instinct voor het leven, gezondheid, welzijn, creativiteit en voortplanting) al had gevestigd, werd onzeker tijdens de behandeling van getraumatiseerde slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Als zijn theorie van het genotbeginsel was correct, waarom zou de geest dan proberen angstaanjagende, levensbedreigende traumatische gebeurtenissen in dromen na te bootsen, opnieuw te bekijken en uiteindelijk opnieuw te beleven? Waarom leken kinderen ook herhaaldelijk te genieten van het spelen van spellen met een donkere thema? Evenzo, waarom kijken velen van ons graag naar horrorfilms die ons bang maken?

De doodsdrift was Freud's manier om dit probleem uit te leggen, maar hij deed het niet erg goed. Freud's biograaf, de Welshe psychoanalyticus Ernest Jones, schreef later: "Freud leek te zijn beland in de positie van Schopenhauer, die onderwees dat 'de dood het doel van het leven is'. "Latere analisten neigden ertoe om de doodsdrift te vervangen door een wil tot agressie of macht, die soms op een masochistische manier teruggedraaid wordt op het individuele ego, in plaats van naar buiten gericht sadistisch gericht te zijn op de medemensen.

3 Freud en hypnose


Freud studeerde hypnose al vroeg in zijn carrière en toonde grote interesse in de onderliggende psychologische mechanismen die de techniek zo effectief maakten voor meer suggestibele patiënten. Hij legde zijn theorieën over het onderwerp voornamelijk uit in zijn werk Groepspsychologie en de analyse van het ego. Hij begon het boek door het schijnbaar niet-gerelateerde onderwerp van liefde te bespreken.

Freud geloofde dat er verschillende graden van verliefdheid waren, maar hij merkte op dat in extreme gevallen, waar iemand een andere persoon volledig idealiseert, het ego van het individu "wordt ingewisseld" voor de wil van zijn of haar geliefde. Met andere woorden: "Wat mijn minnaar ook wil, ik zal het voor hem of haar doen, ongeacht de persoonlijke kosten voor mij!" Dat is waar de connectie met hypnose binnenkomt.

Wanneer geliefden een exclusieve groep van twee zijn binnengegaan, waarbij elk individu de plaats van het ego van de ander heeft ingenomen, wordt de liefde beantwoord. Hypnose lijkt dit, volgens Freud, behalve dat de hypnotiseur zijn of haar wil volledig behoudt en het oplegt aan de andere persoon. Hypnose is ook een veel zuiverdere overgave van wil in ruil voor de wil van een ander, van de kant van de persoon die gehypnotiseerd wordt. (Hopelijk is er geen sprake van seks.)

Er zijn ook sterke sterke emotionele banden in andere groepen. De individuen die deel uitmaken van een groep kunnen hun eigen wil overgeven aan die van de kudde. De mensheid is echter geen kuddedier, maar eerder een "horde" dier. Er is altijd een enkele, charismatische leider, zoals vaak gebeurt in religieuze sekten.Religie op grotere schaal komt vaak neer op de overgave van de eigen wil. Volgens Freud nemen de meeste mensen in de groep terug naar een meer primitieve, kinderlijke gemoedstoestand wanneer een sterke groepsband rond een leider wordt gecreëerd. Ze gaan terug naar de mentaliteit van de 'oerhorde' en geven hun wil over aan die van de collectieve vaderfiguur.

Freud begreep het fenomeen van hypnose als een of andere manier gerelateerd aan een geërfde, oude biologische functie van groepsdynamica. Hoewel hij uiteindelijk hypnose als een klinische techniek heeft opgegeven en zelfs is beschuldigd het minder populair te maken dan het in de eerste decennia van de 20e eeuw had moeten zijn, behield hij toch een sterke interesse in het onderwerp. Freud wordt ook gecrediteerd met het opmerken dat hypnose nauw verwant is met slapen en met het anticiperen op andere problemen die zijn opgekomen in hedendaags hypnose-onderzoek.

2 Freud en de cathartische methode


Catharsis is wanneer mensen hun gevoelens uiten en zich achteraf zogenaamd beter voelen. Freud gebruikte een 'catharsis-methode' die zijn vriend en collega Josef Breuer hem gaf. Breuer verwees ook veel van Freuds eerste patiënten naar hem toen Freud zijn privépraktijk in Wenen begon. De twee werkten schriftelijk samen Studies in hysterie, waarin Breuer zijn observatie uitlegde dat de symptomen van neurosen kunnen worden verlicht door patiënten te stimuleren om zich negatieve ervaringen uit het verleden onder hypnose te herinneren.

Deze bevinding bracht Breuer en Freud ertoe te geloven dat neurotische symptomen hun wortels hadden in het onbewuste. Ze hoefden alleen maar in het bewustzijn te worden gebracht om hun macht te doven. Samen met hypnose was de kathodische methode de primaire manier om dit te bereiken. In die tijd gebruikte en ontwikkelde Freud de catharsis-methode samen met hypnose voordat hij tot zijn meer doeltreffende theorie van de psychoanalytische techniek kwam.

Freud herkende een aantal problemen met de catharsis-methode, die er uiteindelijk toe leidde dat hij afstand deed van de methode. In de eerste plaats had het volgens Freud geen blijvend resultaat. Het kon de symptomen verlichten, maar het kwam niet echt in de onderliggende, onbewuste processen die hen veroorzaakten en als zodanig veroorzaakte het geen blijvende verandering. Toch betwistte hij nooit de onmiddellijke effectiviteit ervan, en het was een cruciale stap in zijn aankomst op zijn theorie van de psychoanalyse.

Sommige analisten gebruiken vandaag nog steeds een catharsis-methode, hoewel veel therapeuten ertegenin gaan en beweren dat het mensen alleen maar bozer maakt. Breuer en Freud lieten hun patiënten sterke emoties uiten door taal, maar sommige patiënten van vandaag worden aangemoedigd om hun woede fysiek te ventileren, bijvoorbeeld door hout te hakken of kussens te slaan. Kussen ponsen in het kantoor van de therapeut wordt vervalst in de komische film Analyseer dit. Robert De Niro's karakter, een gangster, wordt aangemoedigd door zijn therapeut om "op het kussen te slaan" en De Niro blaast het aan stukken met een pistool.

1 Freud's 'Relief Theory'


Er wordt vaak gezegd dat lachen het beste medicijn is. Terwijl Freud de 'opluchtingstheorie' van het lachen niet uitvond, voegde hij er in 1905 aan toe toen hij het publiceerde Grappen en hun relatie tot het onbewuste. Daarin probeerde Freud de onbewuste redenen uit te leggen waarom bepaalde dingen ons aan het lachen maken. Een vorm van catharsisreliëf is het antwoord. Hij beweerde dat lachen wordt veroorzaakt door het opslaan van onderdrukte energie en het vervolgens plotseling los te laten, waardoor een vorm van plezierige opluchting ontstaat. Grappen stellen ons in staat de energie van onze onderdrukte seksuele verlangens of ongepaste agressies te vangen en op een onschadelijke manier vrij te geven. Freud stelde drie hoofdcontexten voor waarin dit gebeurt: de humor, humor en grappen.

De strip maakt een intellectueel probleem voor ons om op te lossen. Onderdrukte energie wordt afgeleid om het probleem op te lossen. Het probleem wordt voor ons opgelost door de strip, meestal niet op de manier die we verwachten, en de gevangen energie wordt vrijgegeven door gelach.

Met humor is het probleem niet intellectueel, maar eerder emotioneel. Een situatie lijkt erop dat het iets gaat worden waardoor we iets onplezierigs gaan voelen. We zijn misschien boos, in verlegenheid gebracht of tot boosheid geprovoceerd. De spanning komt vrij als gelach wanneer alles uiteindelijk toch goed komt.

Grappen zijn van tevoren geformuleerd, maar de categorie kan ook spontaan geestig geklets bevatten. Dit zijn meer persoonlijke uitwisselingen die onbeleefde grappen, seksuele toespelingen, racistische grappen of grappen bevatten die agressies uitdrukken die de samenleving over het algemeen ongepast vindt.

De theorie van Freud klinkt plausibel, maar er is kritiek op omdat deze niet duidelijk uitlegt hoe mentale energiebesparingen werken. De meeste experts verwerpen tegenwoordig de relietheorie als geheel, vooral omdat deze gebaseerd is op een onbewezen veronderstelling.